Ja, dat was het dan. De koek is op; de lichten uit; de fanfare stil. De laatste week was al met al de voorbereiding op onze show donderdagavond. Daarover zo meer. Onze docent was de beste goeroe Joe Bill. Een man die koning is in de one-liner:

 
Week 4 ging als een speer voorbij. Zonde. In de les hebben we met name hele voorstellingen (Harolden) gespeeld. Alleen woensdag ging dat echt goed. Onze docent was Bill Arnett. Wederom een goede ervaren docent. Alleen deed hij me denken aan Porky Pig van de Looney Tunes, en dan vooral in zijn manier van praten. In plaats van "easy" zegt hij "lay-up city", oftewel: de stad waar op elk basketbalveld de bal makkelijk door de ring gaat.

 
Deze week was een lange week vol improvisatie, improvisatie en improvisatie. Ik heb deze week naast de gebruikelijke maandag t/m donderdag, van 11 tot 5, elke avond een show gezien behalve dinsdag (was uitverkocht) en vrijdag twee workshops (één van 12 tot 3 en één van 3 tot 6) gevolgd. En ik ben het allemaal nog lang niet zat!!! Voor de minder impro-enthousiaste lezers is deze nieuwsbrief hierdoor helaas wat minder interessant.

 
Foto
Ik heb een fiets!!! En wat voor één! Ten eerste is het een grote fiets, eigenlijk precies mijn maat. Het heeft een fel oranje wielrenfietsframe en een gigantisch breed stuur, dus ik voel me net een meisje van 4 die met de armen naar buiten gestrekt haar stuur moet vasthouden. Nu nog het allermooiste: de fiets kan motorgeluiden maken!! Eén handvat is een speelgoedmotorhendel waar je gas mee kan geven. "Vroem, vroem", zegt de fiets. Dus elke keer dat ik opstap doe ik "vroem, vroem". Ik neem de fiets ook mee de les in, dus bij aankomst en vertrek doe ik eveneens "vroem, vroem". Mijn klasgenoten zijn onder de indruk.


 
Mijn eerste week in Chicago is voltooid. Dat deel ik graag met alle improfanatici en overige dierbaren.